De tweede les

Lesvoorbereiding

Naam	Irma, Mariëlle, Marjolein en Sandy
Stageschool	De Flocon
Stagegroep	7
Aantal leerlingen	28
Mentor	Guido Paap
Stagebegeleider

Activiteit

Beeldende vorming aan de hand van de film Valiant.

Datum:

Beginsituatie: De leerlingen hebben de film Valiant gezien. De opdrachten bij de kijkwijzer zijn gemaakt. De leerlingen hebben in groepen van vier de karakters uitgediept aan de hand van de beeldaspecten compositie en ruimte.

Lesdoel voor de leerlingen: De leerlingen leren door kleur en textuur de sfeer van een scène van de film weer te geven. De leerlingen leren door overleg een gezamenlijk doek te maken.

Technisch probleem: De leerlingen moeten door middel van verschillende verftechnieken en het gebruik van textuur een doek kunnen beschilderen. Beeldend probleem: Het beeldend probleem ligt vooral op het aspect kleur. De leerlingen moeten door middel van kleuren onderzoeken welke rol kleur speelt in de omgeving waarin de karakters zich bevinden in de scène. Daarbij moet er goed gekeken worden naar kleurnuances en kleurcontrasten, kleurbeleving en lichtval. Daarnaast is het probleem het gebruik van textuur om naast kleur nog meer diepgang in het doek te krijgen.

Beschrijving van activiteit

Inleiding (10 minuten):    We halen klassikaal de karakters op door de karakters op het bord te schrijven en door middel van een vragenronde kleurkenmerken erbij te schrijven. Daarna kiest elk groepje een scène waar ze een achtergrond doek voor gaan maken. Dezelfde groepjes van de vorige les gaan bij elkaar zitten en bekijken de scène waarmee ze vandaag aan de slag gaan.

Kern (40 minuten): De leerlingen gaan een achtergrond doek maken van verschillende scènes. De gekozen scènes zijn: ·         De tot dorpskroeg omgebouwde roeiboot ·         De slaapplaats van de vliegende brigade ·         De verpleegsterspost ·         Het trainingsveld ·         De ontmoeting met Charles the Girl en het Franse verzet ·         In de bunker bij de Duitse valk. ·         In het vliegtuig in de vervoershokjes De leerlingen moeten op het doek weergeven hoe kleur de sfeer van de scène weergeeft. Daarbij wordt goed gekeken naar het kleurgebruik en het overbrengen van kleur met behulp van textuur. Per groepje wordt afgesproken wie welk deel van het doek beschildert en ze overleggen als de kleuren op het doek elkaar overlappen.

Slot (10 minuten): Alle spullen worden opgeruimd en de doeken hangen we te drogen in de aula waar een waslijn is gespannen. Elk groepje laat aan de rest van de leerlingen zien waar ze aan gewerkt hebben en waar ze de aandacht op hebben gevestigd.

Organisatie: Digibord om kleurkenmerken per karakter te kunnen opschrijven. Zeven computers aan met het te observeren deel van de film. Kranten of zeil voor onder de doeken. Grote doeken/lakens waarop geverfd wordt. Verf, een mengpalet, kwasten, een bak met water en keukenrol. Verfschorten ter bescherming van de kleding. Materialen die de textuur kunnen weergeven zoals schuurpapier, jutezakken, stof, geribbeld karton, enzovoorts.